slider_rand

 

Mongolië

Mongolië ligt opgesloten tussen Siberië en China. Het is 45 keer zo groot als Nederland en heeft 2,6 miljoen inwoners, waarvan bijna 1 miljoen mensen in de hoofdstad Ulaanbaatar wonen. De rest van de bevolking leidt veelal een nomadisch bestaan en trekt rond met hun kuddes paarden, koeien, yaks, schapen en geiten over de steppen. Deze mensen wonen in gers (traditionele tenten van vilt) en zijn vooral bekend om hun uitzonderlijke paardrijkunst. Mongolië heeft een landklimaat, dat wil zeggen lange, zeer koude winters en korte, hete zomers. In de winter kan de temperatuur 30° tot 40°onder nul zijn.

Op het platteland is nauwelijks werkgelegenheid, daarom vertrekken veel mensen naar de hoofdstad Ulaanbaatar, in de hoop daar werk te kunnen vinden. Ook daar gaat de bevolking gebukt onder werkloosheid zodat de problemen alleen maar groter worden. Veel mensen leven onder de armoedegrens wat problemen als alcoholmisbruik en gezinsontwrichting met zich meebrengt. Vele kinderen gaan niet naar school omdat daar geen geld voor is, worden mishandeld en leiden dan veelal een zwervend bestaan.

Het land heeft langdurig te kampen met grote sociaaleconomische problemen, zoals mismanagement, werkloosheid, extreme droogte en strenge winters, slechte oogsten en sterfte van vee. Veeteelt en mijnbouw vormen traditioneel de belangrijkste economische activiteiten. De (bescheiden) industriële activiteiten richten zich vooral op de exploitatie van koper, kolen, tin, goud en uranium. De lokale bevolking echter deelt weinig tot niet mee in deze vorm ontwikkeling. Mongolië is zonder voedselimporten niet in staat de bevolking van voldoende voedsel te voorzien.